In Oostenrijk kom je steevast tegen op de piste: kinderen in een skituigje. Je ziet ouders (vaak Scandinaviërs) met wat lijkt ‘een kind aan een lijntje’ de piste af skiën.
In sommige gevallen worden de skietjes van het kind dan ook nog bij elkaar gehouden aan de voorkant zodat het kind wel in ploeg moet skiën. Mijn man, die tot voor kort zijn winters doorbracht als skileraar heeft het altijd verafschuwd. Voordat ik zelf kinderen kreeg, was ik er ook geen fan van. Op deze manier gebruiken mensen namelijk best een groot deel van de piste.
Maar nu wel zelf kinderen hebben, leek het mij dit jaar best een goed idee om voor onze jongste zoon, die nog niet goed genoeg skiet om mee ‘omhoog te kunnen’, zo’n tuigje aan te schaffen. En dus heb ik de afgelopen dagen flink zitten surfen naar alle pro’s en con’s van dit inventieve attribuut.
Kort gezegd kan ik de online gevonden voordelen en nadelen samenvatten als volgt
VOOR: je bespaart op skilessen, je kan toch met je kind de piste op ook al kan je kind niet skiën, met je kind skiën is leuk, de hendel aan het tuigje maakt het makkelijk om je kind na een val weer rechtop te zetten, aan het tuigje kan je je kind makkelijk in de skilift tillen.
TEGEN: je kind leer niet goed remmen, een kind wat niet kan skiën hoort niet op de piste thuis.
Nou moet ik er wel bij vermelden dat de voordelen benoemd worden door mensen die het tuigje daadwerkelijk gebruikt hebben en de nadelen eigenlijk altijd van mensen komen die er geen ervaring mee hebben. Om wat meer duidelijkheid te krijgen besloot ik met de eigenaar van de skischool in Flachau te bellen en het aan hem voor te leggen. Zijn commentaar was kort, duidelijk en overtuigend: NIET DOEN.
Laat kinderen skiën in groepen, hiervan leren ze het meest (ze leren nu eenmaal van elkaar) en het geeft ze altijd enorm veel plezier. Op skiles leren ze niet alleen skiën, ze leren ook opstaan, omhoog lopen met ski’s, zelf in de lift stappen, ze krijgen ervaring in het glijden op verschillende sneeuwomstandigheden. Een kind wat niet kan skiën, hoort niet op de piste. Niet in een rugzak, niet aan een tuigje. Dit is gevaarlijk. Je kan niet snel uitwijken als er iets misgaat en je brengt jezelf en je kind hiermee in gevaar. Daarbij is het belangrijk dat je kind zelf leert remmen en weet hij hard hij gaat als hij (niet in goede ploeg) skiet. Daarbij zien we veel ongevallen van ouders die met hun kind aan een tuigje te moeilijke pistes nemen, en dan hebben ze onderweg hulp nodig.
Goed, duidelijke taal. Maar wat nou als je toch graag (zoals wij) aan het einde van de week zelf een stukje met je kind wil skiën? Gelukkig is er wel wat mogelijk (aldus de skischool houder). Neem een makkelijk en rustig stuk en probeer het dan een klein stukje met je kind tussen je benen. Ski dan wel zelf in ploeg, zodat je kind zijn skietjes tussen jouw ski’s in ploeg kan zeggen. Zo leert hij zelf de juiste houding. Ook werkt het goed om het kind een klein stukje aan je skistok mee te laten skiën.
Je neemt één skistok voor je en houdt deze met twee handen vast, terwijl je je kind met twee handen de andere kant van de stok vast laat houden. Het kind moet nu zelf remmen, maar jij bepaalt de richting. Je kind moet hiervoor wel goed luisteren, en genoeg kracht bezitten om de stok goed vast te kunnen houden. Probeer dit eerst bij een oefenliftje, ieder skigebied heeft wel zo’n beginners piste in de buurt van de kinderweide’s.
Wij hebben besloten (wat voor mijn man altijd al buiten kijf stond) dat onze kinderen weer gewoon de hele week op skiles gaan. Op zaterdag skiën we wel met z’n allen. Alleen in de ochtend, op de beginnerspiste bij de kinderweide. Daarna gaan we met z’n allen met de lift naar boven (wat voor onze jongste zoon het hoogtepunt van de vakantie betekent). Mijn man kan dan met onze oudste zoon skiën en ik geniet met de jongste van koffie, taart en vele spelletjes UNO om vervolgens met de gondel weer naar beneden te gaan. Zonder skituigje, maar met heel veel plezier!
by